Van de week reed ik toevallig langs Paul van der Berg (in Haarlem) en na even geluisterd te hebben naar de motor van mijn 2e serie Fulvia Coupetje gaaf hij mij de raad om de distributieketting te vervangen (vanwege wat geratel). Ik mijn (oude) Lanciagarage nabij Brussel gebeld en de goede man zei dat hij nog nooit (maar dan ook nooit) een distributieketting had vervangen. Is het voldoende om de spanner bij te stellen of toch maar een nieuwe ketting onder het motto better veilig dan zielig?
Bedankt, Olivier
Spanner distributieketting
-
Huib Geurink
Re: Spanner distributieketting
Het was vroeger gebruikelijk om de ketting om de 60 a 70.000 km te vervangen wegens slijtage en lawaai. Als je met een stroob naar de tand voor de ontsteking kijkt, gaat die aardig heen en weer bij een versleten ketting. De distributie zal niet snel een tand verspringen.
Een heer van stand zorgt er voor dat zijn Lancia in orde is. Die Lancia verdient dat. Ik neem aan dat je uit eigen vrije wil hebt gekozen voor de onderhoudsplicht van zo een fantastisch automobiel.
Namens Vincenzo daarboven
Huib in Breda
Een heer van stand zorgt er voor dat zijn Lancia in orde is. Die Lancia verdient dat. Ik neem aan dat je uit eigen vrije wil hebt gekozen voor de onderhoudsplicht van zo een fantastisch automobiel.
Namens Vincenzo daarboven
Huib in Breda
-
Olivier
Re: Spanner distributieketting
Huib,
Ik heb een nieuwe ketting besteld. Ik kreeg wat tekst en uitleg van Andrew van Omicron en van Michiel Grol. Wat ik nog niet begrijp is, als je de ketting los moet leggen van het krukastandwiel en de twee nokkenastandwielen om een en ander niet te doen draaien als je de nieuwe ketting aan de oude door het zwikje haalt, hoe je dan weer de ketting onderaan op het krukaswiel kan krijgen. . .
Zoals ik het begreep van Michiel : eerst op de uitlaatnokkenaswiel -- is dat de linker of de rechter van vooraf gezien, het zal zich vanzelf wijzen -- dan op die van de inlaatkleppen, en daarna over het krukastandwiel, maar hoe daar dan helemaal bijkomt. . . zeker als je dus moet opletten om niet het oliepiefje eraf te stoten. . .
Bedankt,
Olivier
p.s. ik zag je gisteren nog tuffen zo vlak bij de Belgische grens. . .het was vooral in verband met m\'n nieuwe post
Ik heb een nieuwe ketting besteld. Ik kreeg wat tekst en uitleg van Andrew van Omicron en van Michiel Grol. Wat ik nog niet begrijp is, als je de ketting los moet leggen van het krukastandwiel en de twee nokkenastandwielen om een en ander niet te doen draaien als je de nieuwe ketting aan de oude door het zwikje haalt, hoe je dan weer de ketting onderaan op het krukaswiel kan krijgen. . .
Zoals ik het begreep van Michiel : eerst op de uitlaatnokkenaswiel -- is dat de linker of de rechter van vooraf gezien, het zal zich vanzelf wijzen -- dan op die van de inlaatkleppen, en daarna over het krukastandwiel, maar hoe daar dan helemaal bijkomt. . . zeker als je dus moet opletten om niet het oliepiefje eraf te stoten. . .
Bedankt,
Olivier
p.s. ik zag je gisteren nog tuffen zo vlak bij de Belgische grens. . .het was vooral in verband met m\'n nieuwe post
-
Huib Geurink
Re: Spanner distributieketting
Het juiste boutje (kun je zien van boven) van de waterpomp er uit halen. Boortje er door om de kettingspanner tegen te houden. Van boven met een schroevedraaier of zo kettingspanner eerst terugduwen.
Alle klepstelboutjes terug draaien.
Koppelstukje boven draaien.
Je overhemd er onder leggen.
Ijzerdraadjes om de schakels ter weerszijde van het koppelstuk om te voorkomen dat de losse uiteinden plots in de motor vallen als je telefoon afgaat of zo.
Koppelstuk los.
Nieuwe ketting aan de oude aan de lage kant van de motor, de uitlaat kant. Betreffend ijzerdraadje verhuizen van de oude naar de losse kant van de nieuwe.
Overhemd weer aantrekken.
Met sleutel 24 op bout van krukas poelie de krukas ronddraaien en zo de nieuwe ketting er in draaien.
Overhemd weer uittrekken en er onder.
Uiteinden ketting aan elkaar. Let op het visje moet in de draairichting van de motor wijzen. Dus de dichte kant naar de uitlaat. Als de nieuwe ketting erg strak is, eventueel tandwiel van inlaat nokkenas er af.
Nokkenasjes op tijd zetten. Als je geen fijnafstelling hebt, dan krukas op BDP en nokkenassen op streepjes. Tandwielen even los om ketting tanden te verleggen. Boortje er uit en controleren of de nokkenassen nog op tijd staan.
Vroege S2's hadden dacht ik nog wel een fijnafstelling middels een nonius. Het beste maak je dan wat gereedschap in de vorm van een pinneke aan een boutje en een bout met afgedraaide kop om het tandwiel vast te zetten. Bij 303 motoren zet je dan de back of cam klepspeling van #1 inlaat en uitlaat op 2,30mm. Draai de motor vooruit met 0,10 mm tussen tuimelaar en klepsteel. De inlaat staat goed als die 0,10 op BDP net klem komt. Voor de uitlaat idem, maar dan de motor achteruit draaien. Daar houd ik trouwens niet van dus ik draai toch vooruit maar dan moet je mikken op BDP als je de 0,10 er net weer tussen uit kunt trekken. Daarom gebruik ik 2,30 en 0,10 en niet 2,25 en 0,05 zoals in het boek staat. De 0,05 gaat dan namelijk kapot.
De nonius bestaat uit het hoofd gezegd uit 11 gaatjes in de nokkenas en 12 gaatjes in het tandwiel (of net andersom). Dat betekent dat je 131 posities hebt. Het pinneke een positie opschuiven verandert de timing dus 360 graden gedeeld door 131 ofwel bijna 3 nokkenas graden. Dat zijn 6 krukas graden ofwel bijna 2 tanden van het vliegwiel. Op de luie methode kun je dus op plus of min een tand nauwkeurig de nokkenassen stellen.
De wiskundigen hebben intussen de tanden van het kettingwiel geteld. Dat zijn er 38. Die 38 heeft 2 als gemene deler met die 12 van de gaatjes in het tandwiel. Door de ketting een tandje te verleggen krijg je ineens 131 maal 38 gedeeld door 2 = 2500 mogelijke standen. De kleinste stap is dan ineens 0,15 nokkenas graden ofwel 0,30 krukas graden. Je kunt dus de nokkenassen op plus of min 0,15 krukas graden nauwkeurig afstellen. Een halve graad nauwkeurig lijkt me voldoende. Ik heb ooit met Excel een spreadsheet gemaakt om met een zo klein mogelijk aantal keren tandje jumpen te convergeren naar de juiste afstelling.
Niet vergeten kleppen te stellen en het boutje van de waterpomp er weer in te draaien. Als de ontsteking er uit is (wat ik altijd doe) doen moet je die weer terug zetten wijzend naar 4 als 1 op tuimelen staat.
Ook niet vergeten om de bouten van de nokkenas tandwielen met het juiste koppel vast te zetten en te borgen.
Krukasje even helemaal ronddraaien om 200% zeker te weten dat de kleppen nergens de zuigers raken.
Alle klepstelboutjes terug draaien.
Koppelstukje boven draaien.
Je overhemd er onder leggen.
Ijzerdraadjes om de schakels ter weerszijde van het koppelstuk om te voorkomen dat de losse uiteinden plots in de motor vallen als je telefoon afgaat of zo.
Koppelstuk los.
Nieuwe ketting aan de oude aan de lage kant van de motor, de uitlaat kant. Betreffend ijzerdraadje verhuizen van de oude naar de losse kant van de nieuwe.
Overhemd weer aantrekken.
Met sleutel 24 op bout van krukas poelie de krukas ronddraaien en zo de nieuwe ketting er in draaien.
Overhemd weer uittrekken en er onder.
Uiteinden ketting aan elkaar. Let op het visje moet in de draairichting van de motor wijzen. Dus de dichte kant naar de uitlaat. Als de nieuwe ketting erg strak is, eventueel tandwiel van inlaat nokkenas er af.
Nokkenasjes op tijd zetten. Als je geen fijnafstelling hebt, dan krukas op BDP en nokkenassen op streepjes. Tandwielen even los om ketting tanden te verleggen. Boortje er uit en controleren of de nokkenassen nog op tijd staan.
Vroege S2's hadden dacht ik nog wel een fijnafstelling middels een nonius. Het beste maak je dan wat gereedschap in de vorm van een pinneke aan een boutje en een bout met afgedraaide kop om het tandwiel vast te zetten. Bij 303 motoren zet je dan de back of cam klepspeling van #1 inlaat en uitlaat op 2,30mm. Draai de motor vooruit met 0,10 mm tussen tuimelaar en klepsteel. De inlaat staat goed als die 0,10 op BDP net klem komt. Voor de uitlaat idem, maar dan de motor achteruit draaien. Daar houd ik trouwens niet van dus ik draai toch vooruit maar dan moet je mikken op BDP als je de 0,10 er net weer tussen uit kunt trekken. Daarom gebruik ik 2,30 en 0,10 en niet 2,25 en 0,05 zoals in het boek staat. De 0,05 gaat dan namelijk kapot.
De nonius bestaat uit het hoofd gezegd uit 11 gaatjes in de nokkenas en 12 gaatjes in het tandwiel (of net andersom). Dat betekent dat je 131 posities hebt. Het pinneke een positie opschuiven verandert de timing dus 360 graden gedeeld door 131 ofwel bijna 3 nokkenas graden. Dat zijn 6 krukas graden ofwel bijna 2 tanden van het vliegwiel. Op de luie methode kun je dus op plus of min een tand nauwkeurig de nokkenassen stellen.
De wiskundigen hebben intussen de tanden van het kettingwiel geteld. Dat zijn er 38. Die 38 heeft 2 als gemene deler met die 12 van de gaatjes in het tandwiel. Door de ketting een tandje te verleggen krijg je ineens 131 maal 38 gedeeld door 2 = 2500 mogelijke standen. De kleinste stap is dan ineens 0,15 nokkenas graden ofwel 0,30 krukas graden. Je kunt dus de nokkenassen op plus of min 0,15 krukas graden nauwkeurig afstellen. Een halve graad nauwkeurig lijkt me voldoende. Ik heb ooit met Excel een spreadsheet gemaakt om met een zo klein mogelijk aantal keren tandje jumpen te convergeren naar de juiste afstelling.
Niet vergeten kleppen te stellen en het boutje van de waterpomp er weer in te draaien. Als de ontsteking er uit is (wat ik altijd doe) doen moet je die weer terug zetten wijzend naar 4 als 1 op tuimelen staat.
Ook niet vergeten om de bouten van de nokkenas tandwielen met het juiste koppel vast te zetten en te borgen.
Krukasje even helemaal ronddraaien om 200% zeker te weten dat de kleppen nergens de zuigers raken.