Niet zo somber Bart. Ik denk dat het wel me valt bij Ron. Het tikken is er soms wel en soms niet en als ie nu nog op alle vier loopt zijn er geen kleppen krom.
Met de gradenboog is prima. Zeker als je niet standaard nokkenassen hebt of andere afstellingen wilt proberen. Voor iedere nokkenas kun je echter terugrekenen waat de opening op tuimelen is. Dwz de opening met de zuiger op BDP terwijl de uitlaat aan het dicht gaan is en de inlaat aan het opengaan.
Of je kunt die opening een keer opmeten wanneer je met de gradenboog de zaak goed hebt gezet.
Van de standaard nokkenassen staan die gegevens in het boek met de technische gegevens (DT = Data Tecnici) op pagina DT - Fulv. 01/400
Voor de 303 motor is de waarde 2,2mm en voor de 302 motor is het 1mm.
Als ik een motor los op de motorbok heb controleer ik het ook steeds door tanden op het viegwiel te tellen. Het klopt altijd.
Hard tikken vanuit de motor.
-
Ron Linssen
Re: Hard tikken vanuit de motor.
Hoi allen alvast bedankt voor jullie reactie.
In het verleden heb ik bij diverse modernere auto's, waaronder meerdere alfa 33, een rover 620 i, de distributieriemen vervangen.
Dit doe je door de merktekens van de krukas en de nokkenassen exact tegenover elkaar te positioneren.
In het geval van mijn Fulvia heb ik dit ook gedaan. Ervan uitgaande dat de kleppen de zuigers niet kunnen raken. Met betrekking tot de fijnafstelling van de kleptiming dacht ik dat dit was om iets meer vermogen uit de auto te krijgen. Met dien verstande dat ik in ieder geval op nummer zeker wilde gaan en de standaard instelling wilde gebruiken, te weten de mertekens gewoon tegenover elkaar. Ik ben bang en ik denk dat dit het geval is, dat door mijn denkfout de kleppen toch nog kapot geslagen zijn. Te weten die van de eerste en tweede cilinder, daar ik daar resp. 4,5 en 6 bar meet.
Zoals Huib omschrijft (zwevende kleppen van de uitlaat bij hogere toerentallen) kunnen de kleppen de zuigers raken.
Ik wacht in ieder geval de dag van morgen af, als de mannen van het revisiebedrijf e.e.a. in ogenschouw komen nemen. Misschien en hopelijk is er een andere oorzaak. Ik kan echter de kop er nog niet vanaf nemen daar ik de positie van de merktekens nog moet tonen.
Indien de kleppen toch nog kapot zijn dan zet ik de austenetische kleppen van Huib, incl. nieuwe klepgeleiders in de kop.
Hopelijk zijn de zuigers niet kapot geslagen.
Met een gradenboog werken is uiteraard een zeer goed idee. Want de methode omschreven in de technische handleiding is zeer onduidelijk. Hier moeten de kleptiming met een voelermaatje van 0,03 ingesteld worden.
Of heeft iemand hier ook al ervaring mee.
Ik hoor het wel.
Ik hou jullie in ieder geval op de hoogte.
In het verleden heb ik bij diverse modernere auto's, waaronder meerdere alfa 33, een rover 620 i, de distributieriemen vervangen.
Dit doe je door de merktekens van de krukas en de nokkenassen exact tegenover elkaar te positioneren.
In het geval van mijn Fulvia heb ik dit ook gedaan. Ervan uitgaande dat de kleppen de zuigers niet kunnen raken. Met betrekking tot de fijnafstelling van de kleptiming dacht ik dat dit was om iets meer vermogen uit de auto te krijgen. Met dien verstande dat ik in ieder geval op nummer zeker wilde gaan en de standaard instelling wilde gebruiken, te weten de mertekens gewoon tegenover elkaar. Ik ben bang en ik denk dat dit het geval is, dat door mijn denkfout de kleppen toch nog kapot geslagen zijn. Te weten die van de eerste en tweede cilinder, daar ik daar resp. 4,5 en 6 bar meet.
Zoals Huib omschrijft (zwevende kleppen van de uitlaat bij hogere toerentallen) kunnen de kleppen de zuigers raken.
Ik wacht in ieder geval de dag van morgen af, als de mannen van het revisiebedrijf e.e.a. in ogenschouw komen nemen. Misschien en hopelijk is er een andere oorzaak. Ik kan echter de kop er nog niet vanaf nemen daar ik de positie van de merktekens nog moet tonen.
Indien de kleppen toch nog kapot zijn dan zet ik de austenetische kleppen van Huib, incl. nieuwe klepgeleiders in de kop.
Hopelijk zijn de zuigers niet kapot geslagen.
Met een gradenboog werken is uiteraard een zeer goed idee. Want de methode omschreven in de technische handleiding is zeer onduidelijk. Hier moeten de kleptiming met een voelermaatje van 0,03 ingesteld worden.
Of heeft iemand hier ook al ervaring mee.
Ik hoor het wel.
Ik hou jullie in ieder geval op de hoogte.
-
Huib Geurink
Re: Hard tikken vanuit de motor.
De nokkenassen stellen dmv de afstand tijdens tuimelen is dermate simplistisch dat niemand het snapt omdat iedereen denkt dat het ingewikkeld is
-
Ron Linssen
Re: Hard tikken vanuit de motor.
Is dit dan een betrouwbare methode en staat de kleptiming dan goed ?
Bestaan er trouwens voelermaatjes van 0,03 ?
Ik heb trouwens een Duitse werkplaatshandleiding en een Engelse.
De betekenis O.T. in de kleptiming diagram is waarschijnlijk; Obener toter Punkt ?
en U.T. waarschijnlijk Unterer toter Punkt ?.
In het Engels T.D.C.; Top Dead Corner
U.D.C. Under dead Corner.
Corrigeer me als ik fout ben. Je mag ook lachen. Geen probleem.
Bestaan er trouwens voelermaatjes van 0,03 ?
Ik heb trouwens een Duitse werkplaatshandleiding en een Engelse.
De betekenis O.T. in de kleptiming diagram is waarschijnlijk; Obener toter Punkt ?
en U.T. waarschijnlijk Unterer toter Punkt ?.
In het Engels T.D.C.; Top Dead Corner
U.D.C. Under dead Corner.
Corrigeer me als ik fout ben. Je mag ook lachen. Geen probleem.
-
Bart
Re: Hard tikken vanuit de motor.
TDC is Top Dead Center
En 0.03 heeft natuurlijk niemand, maar je voelt gewoon tot ie 'm nog net niet raakt.
fingers crossed voor vanmiddag.
Bart
En 0.03 heeft natuurlijk niemand, maar je voelt gewoon tot ie 'm nog net niet raakt.
fingers crossed voor vanmiddag.
Bart
-
Huib Geurink
Re: Hard tikken vanuit de motor.
Of je nu met een gradenboog stelt of met de afstand op tuimelen of met een meetstift door het bougiegat, je moet op een of andere manier het moment vaststellen dat het stelboutje net wel / net niet de klep raakt. Bij de contactpunten gaat dat simpel met een lampje. Bij de kleppen werkt dat niet of je zou een plastic stelboutje met metalen kern moeten maken. Of perslucht op het betreffende in- of uitlaatkanaal aansluiten
Over die 0,03 zijn er een aantal verhalen. De twee meest bekende zijn:
1) In 1963 werkte bij Lancia een nederlands student uit Delft die daar zijn praktijk deed. De student rookte zware van de Weduwe. Toen het probleem aan de orde kwam, stelde hij voor een vloeitje tussen het stelboutje en de klep te steken. Als je dat een beetje bewoog kon je precies zien wanneer het klem kwam te zitten. De vloeitjes gingen wel steeds kapot, maar geen nood. Via zijn prof in Delft liet hij regelmatig een vrachtwagen vloeitjes overkomen. Toen de student weer terug ging naar Delft zaten ze in Turijn met een probleem. Fessia kwam toen op het lumineuze idee om de dikte van het laatste vloeitje op te meten en stalen voelermaatjes te laten maken van die dikte. Dat was dus 0,03
2) In de jaren 60 waren er geen computers. De gegevens werden met een typemachine op papier gezet door lieve typistes met een heuse type-opleiding. Voor zover bekend was er een Italie maar een die ook ooit voor apotheker had gestudeerd en die werkte net niet bij Lancia.
De procedure was dat de "geleerden" de gegevens op een kladje krabbelden. Vervolgens maakte een werkstudent er een net met de handgeschreven concept van, dat door de typiste werd getypt. Het deel met de afstelling van de nokkenassen werd geprepareerd door een werkstudent uit Vinci, die nog al met halen en krullen schreef. De 0,05 die hij had opgeschreven werd door de typiste gelezen als 0,03.
Je kunt zoals Bart zegt ook voelen of de klep wel of niet sluit. Wat ik doe is voelen met een maatje van 0,10 en ik stel de klepspeling bij de 303 dan niet af op 2,2 maar op 2,3.
Over die 0,03 zijn er een aantal verhalen. De twee meest bekende zijn:
1) In 1963 werkte bij Lancia een nederlands student uit Delft die daar zijn praktijk deed. De student rookte zware van de Weduwe. Toen het probleem aan de orde kwam, stelde hij voor een vloeitje tussen het stelboutje en de klep te steken. Als je dat een beetje bewoog kon je precies zien wanneer het klem kwam te zitten. De vloeitjes gingen wel steeds kapot, maar geen nood. Via zijn prof in Delft liet hij regelmatig een vrachtwagen vloeitjes overkomen. Toen de student weer terug ging naar Delft zaten ze in Turijn met een probleem. Fessia kwam toen op het lumineuze idee om de dikte van het laatste vloeitje op te meten en stalen voelermaatjes te laten maken van die dikte. Dat was dus 0,03
2) In de jaren 60 waren er geen computers. De gegevens werden met een typemachine op papier gezet door lieve typistes met een heuse type-opleiding. Voor zover bekend was er een Italie maar een die ook ooit voor apotheker had gestudeerd en die werkte net niet bij Lancia.
De procedure was dat de "geleerden" de gegevens op een kladje krabbelden. Vervolgens maakte een werkstudent er een net met de handgeschreven concept van, dat door de typiste werd getypt. Het deel met de afstelling van de nokkenassen werd geprepareerd door een werkstudent uit Vinci, die nog al met halen en krullen schreef. De 0,05 die hij had opgeschreven werd door de typiste gelezen als 0,03.
Je kunt zoals Bart zegt ook voelen of de klep wel of niet sluit. Wat ik doe is voelen met een maatje van 0,10 en ik stel de klepspeling bij de 303 dan niet af op 2,2 maar op 2,3.