De wet van Bruis Genot
Posted: 25 Sep 2004, 00:26
Nu al weer een week terug uit Italie. De laatste jaren volgen we tijdens de vakanties de wet van Bruis Genot tot op de letter. Bevalt goed.
1 september vertrokken Annabel en ik met Elena, een van onze S1 koepekes richting Turijn. Ik had twee routes ingetekend. Een door de Champagne en Bourgogne (te gebruiken bij vertrek voor 07:00) en een via Luxemburg, Nancy, Pontarlier, Lausanne, Gran San Bernardo voor vertrek na 07:00.
Door Frankrijk rijden bevalt heel goed. Prima weggetjes, goed eten en lekker luisteren naar Nostalgie. Deze Franse FM zender draait de hele dag muziek uit de tijd van de Fulvia. Vorige jaren zat er een JVC radio in m’n auto. Die verloor Nostalgie nogal eens een uur of zo. Deze keer had ik een Becker Monza gemonteerd. Absoluut totaal perfecte radio. Geen seconde Nostalgie moeten missen. Ook de middengolf, lange golf en korte golf prima zonder storing.
Werd dus de route via Pontarlier / Lausanne.
Ik had al een week tevoren m’n plastic zak met tandenborstel e.d. klaargelegd en die af en toe omhoog gehouden voor Annabel met de mededeling “Dit neem ik mee. Wat neem jij mee?”. Ik dacht goed voorbeeld doet volgen maar dat had ik verkeerd begrepen. Annabel dacht (bleek achteraf): “Als die Huib zo weinig mee neemt, kan ik wel wat extra meenemen”. Lief. Maar liefst een hele koffer vol en een flinke weekend tas. Voor iedere dag wat anders. Zelfs 2 keer per dag wat anders schatte ik zo. Dat gaat eigenlijk m’n begrip een beetje te boven. 2 a 3 weken met dezelfde kleren moet gewoon kunnen. Als je bang bent dat je sokken breken bij het uittrekken, houd je ze gewoon aan.
Sinterklaas is bedacht door de middenstand. Niks mis mee, maar je kunt rond Sinterklaas zeggen dat je het met de kerst doet en met de kerst zeg je, dat je het al met Sinterklaas hebt gedaan. Daar kun je je uit redden. Dat je niet je eigen luchtje mag hebben en ieder dag fris moet ruiken is bedacht door de zeeppoederfabrikanten. Daar kun je niet onderuit. Ik citeer een brief van Napoleon aan z’n Josephine:
Allerliefste Josephientje
Europa voor de familie begint aardig te lukken. Broerlief is koning in Holland. In Italie heb ik juist ook een paar broertjes op de troon geholpen. Over een half jaartje lijven we Rusland in. Tussendoor kom ik natuurlijk naar huis, want ik kan niet al te veel langer zonder je. Over 3 weken kun je me verwachten. Mijn dringende verzoek is om je intussen niet te wassen want ik wil met volle teugen van je genieten. A bientot, ma cherie.
Jouw Napoleonneke
Kijk, hij schrijft wel allerliefste, maar hij bedoelt allerlekkerste. Dan moet er echter wel een luchtje aan zitten. Iets wat niet ruikt kan ook niet lekker wezen.
In Pontarlier overnacht en prima gegeten in het Maison de Cuisine bij de brug over de rivier. Volgende dag al vroeg een puntje Zwitserland eraf gesneden en via de Grote Sint Bernard naar Italië. Niet door de tunnel maar over de pas. Mooi werk. Sinds het geboortejaar van Elena is er weinig veranderd aan de weg over de pas.
Ruim op tijd voor de lunch zijn we bij Porto di Savona op de piazza Vittorio in Turijn. ’s Middags m’n zaken afgehandeld en snel door naar Casale Monferrato. Prima streek met meer dan uitstekend eten en heel goede Barbera. Het nuttigen van en fles Barbera Monferrato in de streek zelf stond al lang op m’n lijstje. Vroeger was de Barbera eigenlijk een wijn voor de mensen die geen goede wijn als Barolo of Barbaresco konden betalen. Tegenwoordig zijn er heel goede Barbera’s. Die van Asti en Alba zullen de meeste wel kennen. Wat die van Monferrato in sterke mate heeft is dat je er snel knock out van gaat. Ik tenminste. Na nog geen halve fles ben ik al niet meer bekwaam om auto te rijden. Van de meeste andere wijnen kan ik rustig een fles op, maar niet van de Barbera Monferrato. Dat lossen we trouwens op door gauw de kurk te pakken als ze die er uit trekken. Als de fles half leeg is doen we die kurk er weer op en nemen hem mee. In de auto heb ik altijd 2 glazen zodat we de andere dag onderweg nog een slokje of drie kunnen nemen en verder gaan we door met het onderzoek waarom ik van de ene wijn wel knock ga en van de andere niet
Dat we er snel weer vandoor moesten kwam omdat we vrijdag om 16:00 aan de oostkant van Italië bij de Sloveense grens moesten zijn voor een getuigendiner. Het getuigendiner is een aantal jaren geleden door Annabel uitgevonden. Ze is nog al populair als getuige bij huwelijken. Toen ze voor de zoveelste keer door een vriendin werd gevraagd om getuige te zijn heeft ze geaccepteerd op voorwaarde dat er samen met de andere getuige en de partners jaarlijks een diner zou plaatsgrijpen om de voortgang van het huwelijk te controleren. Dat nemen we allemaal serieus en het blijkt prima te werken. Deze keer viel mij de eer te beurt om het te organiseren en waar beter dan in het land waar ze eten en drinken hebben uitgevonden en gezien het tevens het eerste lustrum was hebben we er iets speciaals van gemaakt. Dat wil zeggen van vrijdagavond tot en met woensdagavond uitgebreid lunchen en dineren met daartussen wijn proeven. Dat kan daar prima. Voor een 7 gangen maaltijd ben je nog geen 25 euro pp kwijt inclusief de wijnen. ’s Morgens een beetje kalm aan. Wel prosciutto San Daniele bij het ontbijt maar hooguit een glas Bruis Genot ofwel Prosecco (de Italiaanse Champagne). Bij onderzoek bleken de deelnemers bij de voorbereiding uit twee strategieën gekozen te hebben. Sommigen hadden geoefend met drinken en toegewerkt naar een niveau van 2 flessen per dag. Anderen hadden een maand niks gedronken om wat in te halen te hebben. Survival of the fittest volgens de ovulatie theorie van Darwin zullen we maar zeggen..
De anderen waren komen afzakken met vrachtauto’s van Zweeds makelij. Dat kwam goed uit. Wij konden op de donderdagmorgen al onze dozen wijn daarin kwijt en konden zodoende met eens schone lei weer opnieuw beginnen. Nou ja, een bijna schone lei. Een doos zeer bijzondere Prosecco wilde ik niet zo maar met anderen meegeven. Ik heb veel vertrouwen in m’n medemensen maar je moet ergens grenzen trekken.
Maar eerst een paar dagen uitrusten aan het strand bij Cervia / Ravenna. Ik moest intussen rechtop zittend slapen om geen last van m’n maag te hebben. Ik word al een dagje ouder. Gelukkig lopen er daar op het strand Chinese dames die je voor een paar euro masseren. Na 3 dagen was ik al weer de oude en konden we verder richting Cremona / Piacenza voor Malvasia (witte wijn) / grappa / limoncello, salami, kaas etc en naar Turijn voor een afscheidslunch op de piazza Vittorio en een bezoek aan de lingerie winkel. Volgens de Turinezen is dat de beste lingerie winkel ter wereld. Zal wel zo wezen. Ik heb er ook geen verstand van. In ieder geval is het een goed plan om het vrouwke weer nieuw in het ondergoed te steken zodat die er ook weer netjes bij loopt.
Zo snel konden we nou ook weer niet weg uit Cervia. Elisabetha, de eigenaresse van het hotel, liet ons niet gaan zonder een aantal potten met wilde rucola uit eigen tuin. Die maar op de achterbank en hup, binnendoor naar Cremona en vervolgens de hagelnieuwe Iper op de weg naar Mantova. De Iper is een soort superhypermarkt in het kwadraat. Je moet je GPSje meenemen om je auto weer terug te vinden. Twee karren flink gevuld met de sterke drank, salami, grana padano, parmegiano en nog wat andere lekkernijen.
Italiaanse vrienden van ons uit Cremona hadden sinds de vorige keer een nieuw restaurant ontdekt. Wat een feest! Een van mijn favoriete nagerechten, Bavarese di cocco stond op de kaart. Dat kom je niet veel tegen. Dat dan ook maar meteen als voorgerecht, primo, secondo en nagerecht genomen. Ik had nog wel een vijfde op gekund, maar dat vond ik wat asociaal tegenover de anderen.
De andere morgen hadden we een groot probleem bij de cantina waar ze de Malvasia produceren. De 96 flessen konden er niet meer bij. Mama mia. Nu houd ik gelukkig van een uitdaging en zo makkelijk geef ik niet op. Uiteindelijk is het toch nog gelukt. Alles uit de auto. Een doos met 6 flessen onder de knieën van zowel Annabel als mijzelf, 4 dozen van 12 op de achterbank en daarbovenop de koffer. De rest van de wijn, grappa, limoncello en andere drank in de koffer met de weekend tas. Vervolgens in stappen, deuren dicht, ramen open, de potten rucola op, om en naast Annabel (ze leek wel een bosnimf) en de mensen van de cantina nog de salami, kaas en andere losse spullen door het raam naar binnen laten stouwen. Uiteindelijk zat alles erin. De deuren open doen was er echter niet meer bij als er geen anderen in de buurt waren om het eruit gevallen spul weer door het raam naar binnen te schuiven. Onderweg werd ik regelmatig gevoederd met plakjes salami, blaadjes rucola (voor de vitaminen) en een slok witte wijn. Het water had Annabel nodig voor de rucola planten.
Het weer was intussen slecht geworden. “Il tempo e’ bruto” zeggen de Italianen. Turijn zijn we dan maar voorbij gereden deze keer. Dat houden we te goed. We gaan de volgende vakantie dan wel drie keer naar Turijn.
De autostrada van Turijn naar de Frejus tunnel is stik duur evenals de tunnel zelf. Over de SS25 naar Susa en vandaar naar de pas, de Moncenisio kost niks en is veel leuker. Ik durf te wedden dat dat ook de weg is die Napoleon heeft genomen om weer bij z’n Josephine te komen. We waren al een eind geklommen in zo’n beetje de astronauten positie. Je ziet dat wel eens op de TV. Zoals de astronauten in hun capsule liggen bij lancering zo lagen wij ongeveer in de auto. De auto hing achterover en de helling was best steil. Opeens roept Annabel: “Ik heb maar een fles olijfolie en een fles acieto balsamico. Daar komen wij het jaar niet mee door” Dat was mooi op tijd. Stel je voor dat we al in Nuits St Georges aan het diner hadden aan gezeten. Dan hadden we het eten en de wijn moeten laten staan en terug moeten rijden. En verhip na de volgende haarspeldbocht stond er een bordje COOP. Een ouderwetse niet te grote COOP is eigenlijk onze favoriete supermarkt. Beter kon niet. Maar helaas niet te vinden. We zijn nog een paar keer de helling op en af gereden. Geen spoor. Toch maar door naar de Cote d’Or dan en de volgende dag via Luxemburg naar Breda. We gaan wel een keertje heen en weer.
Als je de route Luik – Luxemburg of vice versa neemt is het leuk om het stuk Arlon – Bastogne af te snijden via de N4 de z.g. “L’Ardenaise. De N4 was jaren lang de hoofdweg naar Luxemburg en is grotendeels vierbaans. Prima weg om te berijden. Je komt zelfs door Martelange. De weg vormt daar de grens met Luxemburg. Aan de Luxemburgse kant, waar de benzine een derde goedkoper is, staat iedere vierkante meter vol met benzinepompen.
1 september vertrokken Annabel en ik met Elena, een van onze S1 koepekes richting Turijn. Ik had twee routes ingetekend. Een door de Champagne en Bourgogne (te gebruiken bij vertrek voor 07:00) en een via Luxemburg, Nancy, Pontarlier, Lausanne, Gran San Bernardo voor vertrek na 07:00.
Door Frankrijk rijden bevalt heel goed. Prima weggetjes, goed eten en lekker luisteren naar Nostalgie. Deze Franse FM zender draait de hele dag muziek uit de tijd van de Fulvia. Vorige jaren zat er een JVC radio in m’n auto. Die verloor Nostalgie nogal eens een uur of zo. Deze keer had ik een Becker Monza gemonteerd. Absoluut totaal perfecte radio. Geen seconde Nostalgie moeten missen. Ook de middengolf, lange golf en korte golf prima zonder storing.
Werd dus de route via Pontarlier / Lausanne.
Ik had al een week tevoren m’n plastic zak met tandenborstel e.d. klaargelegd en die af en toe omhoog gehouden voor Annabel met de mededeling “Dit neem ik mee. Wat neem jij mee?”. Ik dacht goed voorbeeld doet volgen maar dat had ik verkeerd begrepen. Annabel dacht (bleek achteraf): “Als die Huib zo weinig mee neemt, kan ik wel wat extra meenemen”. Lief. Maar liefst een hele koffer vol en een flinke weekend tas. Voor iedere dag wat anders. Zelfs 2 keer per dag wat anders schatte ik zo. Dat gaat eigenlijk m’n begrip een beetje te boven. 2 a 3 weken met dezelfde kleren moet gewoon kunnen. Als je bang bent dat je sokken breken bij het uittrekken, houd je ze gewoon aan.
Sinterklaas is bedacht door de middenstand. Niks mis mee, maar je kunt rond Sinterklaas zeggen dat je het met de kerst doet en met de kerst zeg je, dat je het al met Sinterklaas hebt gedaan. Daar kun je je uit redden. Dat je niet je eigen luchtje mag hebben en ieder dag fris moet ruiken is bedacht door de zeeppoederfabrikanten. Daar kun je niet onderuit. Ik citeer een brief van Napoleon aan z’n Josephine:
Allerliefste Josephientje
Europa voor de familie begint aardig te lukken. Broerlief is koning in Holland. In Italie heb ik juist ook een paar broertjes op de troon geholpen. Over een half jaartje lijven we Rusland in. Tussendoor kom ik natuurlijk naar huis, want ik kan niet al te veel langer zonder je. Over 3 weken kun je me verwachten. Mijn dringende verzoek is om je intussen niet te wassen want ik wil met volle teugen van je genieten. A bientot, ma cherie.
Jouw Napoleonneke
Kijk, hij schrijft wel allerliefste, maar hij bedoelt allerlekkerste. Dan moet er echter wel een luchtje aan zitten. Iets wat niet ruikt kan ook niet lekker wezen.
In Pontarlier overnacht en prima gegeten in het Maison de Cuisine bij de brug over de rivier. Volgende dag al vroeg een puntje Zwitserland eraf gesneden en via de Grote Sint Bernard naar Italië. Niet door de tunnel maar over de pas. Mooi werk. Sinds het geboortejaar van Elena is er weinig veranderd aan de weg over de pas.
Ruim op tijd voor de lunch zijn we bij Porto di Savona op de piazza Vittorio in Turijn. ’s Middags m’n zaken afgehandeld en snel door naar Casale Monferrato. Prima streek met meer dan uitstekend eten en heel goede Barbera. Het nuttigen van en fles Barbera Monferrato in de streek zelf stond al lang op m’n lijstje. Vroeger was de Barbera eigenlijk een wijn voor de mensen die geen goede wijn als Barolo of Barbaresco konden betalen. Tegenwoordig zijn er heel goede Barbera’s. Die van Asti en Alba zullen de meeste wel kennen. Wat die van Monferrato in sterke mate heeft is dat je er snel knock out van gaat. Ik tenminste. Na nog geen halve fles ben ik al niet meer bekwaam om auto te rijden. Van de meeste andere wijnen kan ik rustig een fles op, maar niet van de Barbera Monferrato. Dat lossen we trouwens op door gauw de kurk te pakken als ze die er uit trekken. Als de fles half leeg is doen we die kurk er weer op en nemen hem mee. In de auto heb ik altijd 2 glazen zodat we de andere dag onderweg nog een slokje of drie kunnen nemen en verder gaan we door met het onderzoek waarom ik van de ene wijn wel knock ga en van de andere niet
Dat we er snel weer vandoor moesten kwam omdat we vrijdag om 16:00 aan de oostkant van Italië bij de Sloveense grens moesten zijn voor een getuigendiner. Het getuigendiner is een aantal jaren geleden door Annabel uitgevonden. Ze is nog al populair als getuige bij huwelijken. Toen ze voor de zoveelste keer door een vriendin werd gevraagd om getuige te zijn heeft ze geaccepteerd op voorwaarde dat er samen met de andere getuige en de partners jaarlijks een diner zou plaatsgrijpen om de voortgang van het huwelijk te controleren. Dat nemen we allemaal serieus en het blijkt prima te werken. Deze keer viel mij de eer te beurt om het te organiseren en waar beter dan in het land waar ze eten en drinken hebben uitgevonden en gezien het tevens het eerste lustrum was hebben we er iets speciaals van gemaakt. Dat wil zeggen van vrijdagavond tot en met woensdagavond uitgebreid lunchen en dineren met daartussen wijn proeven. Dat kan daar prima. Voor een 7 gangen maaltijd ben je nog geen 25 euro pp kwijt inclusief de wijnen. ’s Morgens een beetje kalm aan. Wel prosciutto San Daniele bij het ontbijt maar hooguit een glas Bruis Genot ofwel Prosecco (de Italiaanse Champagne). Bij onderzoek bleken de deelnemers bij de voorbereiding uit twee strategieën gekozen te hebben. Sommigen hadden geoefend met drinken en toegewerkt naar een niveau van 2 flessen per dag. Anderen hadden een maand niks gedronken om wat in te halen te hebben. Survival of the fittest volgens de ovulatie theorie van Darwin zullen we maar zeggen..
De anderen waren komen afzakken met vrachtauto’s van Zweeds makelij. Dat kwam goed uit. Wij konden op de donderdagmorgen al onze dozen wijn daarin kwijt en konden zodoende met eens schone lei weer opnieuw beginnen. Nou ja, een bijna schone lei. Een doos zeer bijzondere Prosecco wilde ik niet zo maar met anderen meegeven. Ik heb veel vertrouwen in m’n medemensen maar je moet ergens grenzen trekken.
Maar eerst een paar dagen uitrusten aan het strand bij Cervia / Ravenna. Ik moest intussen rechtop zittend slapen om geen last van m’n maag te hebben. Ik word al een dagje ouder. Gelukkig lopen er daar op het strand Chinese dames die je voor een paar euro masseren. Na 3 dagen was ik al weer de oude en konden we verder richting Cremona / Piacenza voor Malvasia (witte wijn) / grappa / limoncello, salami, kaas etc en naar Turijn voor een afscheidslunch op de piazza Vittorio en een bezoek aan de lingerie winkel. Volgens de Turinezen is dat de beste lingerie winkel ter wereld. Zal wel zo wezen. Ik heb er ook geen verstand van. In ieder geval is het een goed plan om het vrouwke weer nieuw in het ondergoed te steken zodat die er ook weer netjes bij loopt.
Zo snel konden we nou ook weer niet weg uit Cervia. Elisabetha, de eigenaresse van het hotel, liet ons niet gaan zonder een aantal potten met wilde rucola uit eigen tuin. Die maar op de achterbank en hup, binnendoor naar Cremona en vervolgens de hagelnieuwe Iper op de weg naar Mantova. De Iper is een soort superhypermarkt in het kwadraat. Je moet je GPSje meenemen om je auto weer terug te vinden. Twee karren flink gevuld met de sterke drank, salami, grana padano, parmegiano en nog wat andere lekkernijen.
Italiaanse vrienden van ons uit Cremona hadden sinds de vorige keer een nieuw restaurant ontdekt. Wat een feest! Een van mijn favoriete nagerechten, Bavarese di cocco stond op de kaart. Dat kom je niet veel tegen. Dat dan ook maar meteen als voorgerecht, primo, secondo en nagerecht genomen. Ik had nog wel een vijfde op gekund, maar dat vond ik wat asociaal tegenover de anderen.
De andere morgen hadden we een groot probleem bij de cantina waar ze de Malvasia produceren. De 96 flessen konden er niet meer bij. Mama mia. Nu houd ik gelukkig van een uitdaging en zo makkelijk geef ik niet op. Uiteindelijk is het toch nog gelukt. Alles uit de auto. Een doos met 6 flessen onder de knieën van zowel Annabel als mijzelf, 4 dozen van 12 op de achterbank en daarbovenop de koffer. De rest van de wijn, grappa, limoncello en andere drank in de koffer met de weekend tas. Vervolgens in stappen, deuren dicht, ramen open, de potten rucola op, om en naast Annabel (ze leek wel een bosnimf) en de mensen van de cantina nog de salami, kaas en andere losse spullen door het raam naar binnen laten stouwen. Uiteindelijk zat alles erin. De deuren open doen was er echter niet meer bij als er geen anderen in de buurt waren om het eruit gevallen spul weer door het raam naar binnen te schuiven. Onderweg werd ik regelmatig gevoederd met plakjes salami, blaadjes rucola (voor de vitaminen) en een slok witte wijn. Het water had Annabel nodig voor de rucola planten.
Het weer was intussen slecht geworden. “Il tempo e’ bruto” zeggen de Italianen. Turijn zijn we dan maar voorbij gereden deze keer. Dat houden we te goed. We gaan de volgende vakantie dan wel drie keer naar Turijn.
De autostrada van Turijn naar de Frejus tunnel is stik duur evenals de tunnel zelf. Over de SS25 naar Susa en vandaar naar de pas, de Moncenisio kost niks en is veel leuker. Ik durf te wedden dat dat ook de weg is die Napoleon heeft genomen om weer bij z’n Josephine te komen. We waren al een eind geklommen in zo’n beetje de astronauten positie. Je ziet dat wel eens op de TV. Zoals de astronauten in hun capsule liggen bij lancering zo lagen wij ongeveer in de auto. De auto hing achterover en de helling was best steil. Opeens roept Annabel: “Ik heb maar een fles olijfolie en een fles acieto balsamico. Daar komen wij het jaar niet mee door” Dat was mooi op tijd. Stel je voor dat we al in Nuits St Georges aan het diner hadden aan gezeten. Dan hadden we het eten en de wijn moeten laten staan en terug moeten rijden. En verhip na de volgende haarspeldbocht stond er een bordje COOP. Een ouderwetse niet te grote COOP is eigenlijk onze favoriete supermarkt. Beter kon niet. Maar helaas niet te vinden. We zijn nog een paar keer de helling op en af gereden. Geen spoor. Toch maar door naar de Cote d’Or dan en de volgende dag via Luxemburg naar Breda. We gaan wel een keertje heen en weer.
Als je de route Luik – Luxemburg of vice versa neemt is het leuk om het stuk Arlon – Bastogne af te snijden via de N4 de z.g. “L’Ardenaise. De N4 was jaren lang de hoofdweg naar Luxemburg en is grotendeels vierbaans. Prima weg om te berijden. Je komt zelfs door Martelange. De weg vormt daar de grens met Luxemburg. Aan de Luxemburgse kant, waar de benzine een derde goedkoper is, staat iedere vierkante meter vol met benzinepompen.